3/09/2007

Straight from the heart (recht uit het hart: deel 3b)

What’s up (4 non blondes). We zijn al in het hoger onderwijs beland. Na een tegenvallend jaartje in Gent zocht ik andere oorden op om communicatie verder te studeren. Maar ook in Antwerpen ging het niet zomaar van een leien dakje. Opnieuw had ik tijdens het eerste jaar een zware tweede zittijd. In afwachting van het resultaat ging ik een stapje zetten in Waregem. Ik kwam aan de Piet’lair (een zeer bekend jongerencafé) Ulrike tegen. Onze babbel was kort maar leuk. Terwijl we wat stonden bij te kletsen, klonk uit de boxen in het café ‘What’s up’. Wist ik veel dat het de laatste keer zou zijn dat ik haar levend zou zien. Amper drie weken erna was ze er niet meer.
Nu nog krijg ik koude rillingen als ik dit nummer hoor. Het ga je goed daarboven, meid!
Girls just wanna have fun (Cindy Lauper). Op kot in Antwerpen zaten we met heel wat vrouwen samen. In ons keukentje alleen al zaten we met z’n vieren tegenover twee mannen. Met Ingrid, Kathy en Heidi zat ik in heel goed gezelschap. Dankzij hen vond ik ook mijn zelfzekerheid terug. En plezier hebben we gehad. Zoals op donderdagavond toen Jan zijn persoonlijke commentaar gaf op de horoscoop uit de Flair. Of die keer toen Frederik, mijn buur op kot, kreeft klaarmaakte voor zijn romantisch diner. Een levende kreeft op tafel? Brrr… We zijn dan toch eventjes op onze kamer gebleven tot de kreeft in het kokend water lag.
Santorini (Yanni). Ondertussen was ik ook al ingelijfd bij de slagwerksectie van het Bevers Harmonieorkest (toen nog de Leievrienden). Na de repetities bleven we al gemakkelijk eens hangen aan de toog (in feite nog steeds) maar dit mondde ook vaak spontaan uit in een ‘lokaalparty’. Zeker toen het verkeerslicht geïnstalleerd werd, creëerde dit nog eens een extra discotheeksfeertje. Eén van de topnummers op onze ‘lokaalparty’s’ was Santorini van de Griekse pianist/componist/dirigent Yanni. Jarenlang hoopten we hiervan een arrangement te vinden om op ons nieuwjaarsconcert te brengen. Eindelijk hebben we er één laten maken, speciaal voor ons, dat we zullen uitvoeren op ons komend nieuwjaarsconcert 2008.
Why don’t you try me tonight (Sarah Bettens en Frankie Miller uit: Ad Fundum) De jaren vlogen voorbij in Antwerpen. Het was er echt gezellig, ja zelfs op school. Of toch… ergens in het schoolgebouw. Al vlug sloot ik me aan bij de redactie van het studentenblad. Elke week redactievergadering in het zaaltje van De Kleine Opera bij “Franske”. En dan op reportage. Soms ging dat makkelijk, maar soms ook héél moeilijk, tenminste als je twee drukbezette acteurs voor een dubbelinterview wil strikken. Zo herinner ik me de pogingen die Nico en ik ondernamen om Tom Van Landuyt en Mathias Sercu op het zelfde moment samen te krijgen voor een interview. Tot middernacht toe hebben we de heren proberen te bellen. Na veel inspreken op hun antwoordapparaat, besloten we uiteindelijk om ons origineel idee te laten varen. Tom zijn we gaan opzoeken in de studio’s van Studio Brussel waar hij een jongerenprogramma presenteerde. Mathias troffen we in een meer romantische bui (weliswaar wegens elektrische panne) en deden het interview bij kaarslicht. Maandelijks moest er een editie verschijnen. Dus de opmaak gebeurde in het DTP-lokaal en werd daar ook kopieerklaar gemaakt. We hebben heel wat afgelachen met Sacha, Nico, ‘Den’ Hans, Wimpie, …
9 to 5 (Dolly Parton). Maar aan alle mooie liedjes komt een eind. En dus ook aan het onbezorgde studentenleven. We schrijven 1996. En ik moest dus op zoek naar werk. En het lukte nogal vrij vlug, tenminste toch op redactioneel vlak had ik al vlug iets te pakken. Ik kreeg de kookrubriek voor mijn rekening bij het studentenblad GO-Student. Het leuke eraan was, dat ik niet zelf moest koken, maar bij studenten op kot langs moest om hun kookkunsten te proeven. Jammer genoeg had de uitgever ineens andere plannen met de redactie waardoor ik terug op zoek moest naar iets anders. En ik heb in de afgelopen 11 jaar wel één en ander van ervaring opgedaan in verschillende sectoren al was de inhoudelijke taak nogal vaak gelijklopend: grafische vormgeving, lay-out, communicatie en ontvangst/receptie… . Maar het waren stuk voor stuk leuke jobs.
Video killed the radiostar (The Buggles). Tussen het zoeken naar werk door begon ik ook als plaatselijk en sportmedewerkster voor Het Wekelijks Nieuws te schrijven. Ik kwam op allerlei plaatsen en evenementen waar ik anders nooit zou gekomen zijn.
En dan kwam er Radio Diamant nog bij. Ik moest voor een interview over het Bevers Harmonieorkest in de studio zijn. De sportmedewerker had net zijn ontslag gekregen en dus waren ze voor het Waregems Info Programma en voor de rechtstreekse verslagen van SV Waregem op zoek naar een nieuwe kracht. Tussen het interview door sprak Lucien er mij over aan. ‘Of ik dat niet zou zien zitten’? En ja hoor! De week erop zat ik in het regenboogstadion live commentaar te leveren bij de wedstrijd van SV Waregem. Het was een leerrijke maar ook een zeer plezante tijd. Van één ding heb ik misschien wel spijt, alhoewel. Ooit heb ik de kans om een regerend wereldkampioen te interviewen, laten schieten voor een ploegmaat. Tijdens de voorbeschouwende interviews voor toen nog Dwars door België hield ik Nico Mattan staande die samen met Johan Museeuw kwam aanrijden. Mattan gaf me nog de kans maar ja, voor mij waren de streekrenners belangrijker. Dus koos ik resoluut voor Nico.
Maar het respect en de aanmoedigingen die ik kreeg, blijven me nog steeds bij.
Ik ben ik (Sabien Tiels). Dit zegt eigenlijk al op zich wat ik bedoel. "Ik ben ik, dus wen er maar aan. Een unicum net als de zon, net als de maan. Ik ben ik, zo zijn er geen twee. Net zoals jij, net zoals hij, net als iedereen."
Ik kan nog heel wat verhalen aanhalen waar muziek aan verbonden is, of muziek die mij aan bepaalde mensen of situaties doen denken. Altijd al had ik een brede interesse in muziek. Was het nu filmmuziek van Ennio Morricone of John Williams, musicals van Webber of Schönberg, of muziek van mijn favorieten zoals Elton John, Billy Joel, Queen, Peter Gabriel, U2, Dire Straits, ... Allemaal teveel om op te noemen.
Maar één nummer echter ontbreekt hier nog: Tell me there's a heaven (Chris Rea). Mémé mag hier niet ontbreken. Ze was zowat mijn tweede moeder en hoewel ze er al 12 jaar niet meer is, mis ik haar nog elke dag. Ik hoorde dit nummer in de auto toen ik va op het werk was gaan afhalen en we richting ziekenhuis reden. Het was een paar maand voor ze stierf. We hebben het op haar begrafenis laten horen. Ze is voor mij nog altijd de persoon waar ik mijn hart bij uitstort: vreugde en verdriet. Want hoe dan ook: ik weet dat ze ergens hier nog bij me is.

Geen opmerkingen: